GPS gebruiken
Uw apparaat bevat een global positioning system (GPS)-ontvanger die satellietsignalen
gebruikt om uw locatie te berekenen.
Als u functies gebruikt waarvoor uw locatie moet worden bepaald met de GPS-ontvanger,
moet u ervoor zorgen dat u een helder zicht op de hemel hebt.
GPS inschakelen
1
Tik op uw startscherm op .
2
Tik op
Instellingen > Locatieservices.
3
Schakel het selectievakje
GPS-satellieten in.
De beste prestaties bereiken
Wanneer u de GPS de eerste keer gebruikt, kan het 5 tot 10 minuten duren voordat uw
locatie wordt gevonden. Om de zoekopdracht te helpen, zorgt u ervoor dat u een helder
zicht op de hemel hebt. Sta stil en bedek de GPS-antenne niet (het gemarkeerde gebied
in de afbeelding). De GPS-signalen kunnen door wolken en plastic dringen, maar niet
door de meeste vaste objecten, zoals gebouwen en bergen. Als uw locatie na enkele
minuten niet is gevonden, gaat u ergens anders staan.